woman, boots, legs-2179062.jpg

De held in mijn hoofd is niet te koop.

Zenuwachtig staar in door de deurspion. Nog steeds vind ik dit moment spannend. Nooit weet ik wie er komt. Altijd ben ik bang dat het geen klant is, maar een overvaller of een zedenrechercheur. Dat laatste probeer ik voor te zijn door telefonisch te vragen wat voor seksuele handelingen hij wilt. Een zedenrechercheur mag daar geen antwoord op geven, want dat wordt gezien als uitlokking. Lara staat achter mij te dringen, ook haar klant kan er elk moment zijn. Beiden hebben wij een afspraak staan om 20 uur. Lara ken ik van de salon. De salon is helaas vanaf 17 uur verplicht dicht, vanwege de coronalockdown. Dit is een goed alternatief voor ons. Ik zou mij heel graag aan de coronaregels willen houden, maar desondanks dat ik sta ingeschreven bij de kamer van koophandel, krijg ik geen coronasteun. Ik kan niet overleven van de zuurstof, daarom werk ik noodgedwongen door. Helaas moet ik ook mijn klootzak, die op mijn kosten in mijn woning verblijft, betalen. Hij is een veelte duur en irritant huisdier, maar ik kom niet van die psychopaat af.

Ik probeer geduldig te wachten op mijn klant, maar het lukt niet. Waarom duurt het zo lang? Hij heeft minuten geleden al aangebeld bij de beneden deur. Hij zou allang op de galerij moeten zijn. Ik zie een mannengezicht verschijnen door de deurspion. Ik open vlug de voordeur en laat hem binnen. “Aa Jesslin, sorry, hij is mijn klant” fluistert Lara. “Hoe kan dat nou? Mijn klant belde aan! Heb jij een verdwaald iemand gezien in het trappenhuis?” vraag ik het mannengezicht. Hij schud van niet. “He! Kut! Hoe kan dat nou?” Lara neemt haar klant mee naar haar kamer. Ik baal ontzettend. Waar is hij? Is hij misschien toch te zenuwachtig en heeft hij besloten om toch niet naar boven te komen. Ik had de kaarsjes aan aangestoken en de romantische muziek al aangezet. Ik blijf hoopvol turen door de deurspion. Tot mijn verbazing zie ik toch een vriendelijk mannen gezicht verschijnen voor de deur. Vlug open ik de deur en laat hem binnen. “Was je verdwaald?” fluister ik. Hij kijkt mij zenuwachtig aan en haalt een pasje uit zijn jaszak. “Niet schrikken en niet bang zijn, maar ik ben van de gemeente. Ik kom kijken of alles goed met je gaat.” Ik voel duizend gedachtes door mijn hoofd schieten. Kut, ik heb het verpest, voor Lara en mij. Hoe kan dat nou? Hij heeft mij geantwoord dat hij lekker gepijpt willen worden. Ik was nog zo voorzichtig en toch staat er nu een ‘gemeente lul’ voor mijn neus. Oke Jesslin denk denk denk. Je ziet er schattig en onschuldig uit, daar is deze ‘gemeente lul’ al ingetrapt, want hij begon meteen met ‘niet schrikken en niet bang zijn’. Ik zet mijn aller onschuldigste gezichtje op en begin zenuwachtig met mijn vingers aan mijn lange blonde haar te draaien. Het werkt, want opnieuw hoor ik hem zeggen “Je hoeft niet bang te zijn. Ik kom alleen kijken of alles goed met je gaat. Ik laat mijn collega’s ook even binnen”. Kut! Tuurlijk is deze ‘gemeente lul’ is niet alleen. Voor ik kan reageren heeft hij de voordeur al geopend en komt de een, na de andere binnen. Ik kan überhaupt niet knipperen met mijn ogen, voordat de hele hal is gevuld met wel tien mensen. Ik zie zeven mannen en drie vrouwen, allemaal kijken ze mij aan met bezorgde ogen. Ik voel mij opeens veel meer op mijn gemak. Ze kijken bezorgd, niet boos, niet verwijtend, maar bezorgd. Ik snap het wel: ik zie er super jong uit, onschuldig en bovendien ben ik een mooie verschijning. Ze zullen vast denken dat ik een zware pooier heb, want hoe kan zo’n lief, onschuldig, fragiel uitziend meisje nu voor zichzelf werken?  Ik besluit gebruik te maken van het moment. “Gelukkig heb ik het bier koud gezet, wees welkom”. Hun bezorgde ogen veranderen in glimlachende ogen. “Wat is je naam, lieverd?” vraagt een vriendelijke vrouwenstem. “Jesslin” antwoord ik vlug. Ze beginnen met de discussie dat tien te veel is, dus wie er terug naar buiten gaat. “Nee kom maar hoor! Jullie mogen allemaal binnen blijven” antwoord ik. Ik vermoed dat ze allemaal maar wat nieuwgierig zijn, dus laat ze nieuwgierig zijn. Ze zijn er nu toch al, kan ik ze beter te vriend houden. “Zijn er nog meer mensen binnen”? vraagt een lief uitziende vrouw mij. “Ja mijn huisgenoot met haar vriend” antwoord ik. Ze begint te glimlachen en een van haar mannelijke collega’s zegt lachend “ja ja huisgenoot met haar vriendje, achter welke deur zijn ze?” Nu moet ik ook glimlachen “Ik vermoed dat jullie ze hebben afgeschrikt, dus misschien moet je ze effe zoeken”. Ze beginnen nu allemaal te lachen. “Mogen we even rondkijken”? vraagt een andere man. “Tuurlijk jullie zijn er nu toch” antwoord ik. Meteen beginnen ze alle tien het appartement te doorlopen. Ze vragen mij plaats te nemen op de bank in de woonkamer. Direct wordt Lara ook van haar kamer afgehaald en moet plaats nemen naast mij op de bank. Ik durf haar bijna niet aan te kijken. Dit is mijn schuld, want het was mijn klant ‘deze gemeente lul’. “Het komt wel goed Jesslin” fluistert Lara in mij oor. Ik voel de opluchting door mijn hele lijf. Gelukkig Lara is niet boos op mij. Ik hoor dat er op de gang met Lara haar klant gesproken wordt. Hem wordt verteld dat hij mag gaan, die mazzelaar! Direct daarna verzamelen ze zich allemaal in de woonkamer. Gelukkig kijken ze ons nog steeds vriendelijk en glimlachend aan. Een van de mannen neemt het woord. Hij lijkt mij autoritair, maar aardig. “Goed dames wij zijn hier om een prostitutie controle uit te voeren, maar dat hadden jullie inmiddels vast al door”. Lara en ik beginnen beiden zenuwachtig te lachen. “gelukkig jullie kunnen nog lachen” zegt hij met een glimlach. Een van de vrouwen neemt het woord over. “wie van jullie dames wil met mij in gesprek?”. Ik spring direct op. “Dat is wel heel enthousiast” lacht ze. Ik loop direct naar mijn kamer. Ze volgt mij samen met twee mannelijke collega’s. Ik ga op de rand van mijn bed zitten en ze komt naast mij zitten. Ik zie dat de autoritaire vriendelijke man mij nieuwgierig aan kijkt. Ook de ‘gemeente lul’ staat in mijn kamer. Ik voel een opluchting dat deze drie, van de tien, achter mij aangelopen zijn. Deze drie mensen lijken mij aardig. De autoritaire man neemt opnieuw het woord. Hij praat, maar ik luister niet. Ik ben hem aan het bestuderen. Hij lijkt zo autoritair, maar hij heeft een hele vriendelijke, rustige uitstraling. Waarom komt hij dan zo autoritair over? Ik denk dat het komt, doordat hij groot en kaal is, tevens heeft hij een breed postuur. Niet dat hij dik is, maar hij weet zichzelf een brede houding te geven. Hij weet blijkbaar heel goed hoe hij autoriteit moet uitstralen. Interessant vind ik hem. “Jesslin? Luister je wel?” vraagt hij. Ik schudt. Hij begint te lachen. “Zo je hebt het geprobeerd gezellig te maken: kaarsjes aan, romantisch muziekje.” Nu begin ik opnieuw zenuwachtig te lachen. “Tja jammer dat mijn afspraakje zijn negen collega’s meenam”. Antwoord ik hem met enige aarzeling. Nu beginnen ze alle drie te lachen. “Ik dacht dat politie niet naar seksuele handelingen mag vragen?” vraag ik nu met enige zelfverzekerdheid, nu ik weet dat ze mij humor waarderen. De vrouw die naast mij zit kijkt mij schuldbewust aan. “sorry dat was ik. Ik ben niet van de politie. Wij zijn allemaal van de gemeente. Die regel gaat voor ons dus niet op”. “Wie zijn jullie eigenlijk?” vraag ik. De vrouw stelt zich voor als Maren. De gemeente lul zegt dat hij Maarten heet en de autoritaire man stelt zich voor als Raymond. Ik mag Raymond wel, immers vond hij mijn kaarsjes gezellig, en mijn muziek ook. Raymond neemt opnieuw het woord. “Heb jij een legitimatie bewijs voor mij, en sta je toevallig ingeschreven bij de kamer van koophandel?” Ik voel mij blij worden van binnen. Dit is mijn moment. Ik spring zo vlug als ik kan van mijn bed, en duik richting de kast. Ik weet niet hoe snel ik mijn papieren tevoorschijn moet halen. Trots geef ik hem mijn paspoort, kamer van koop handel papieren en kasboek. Hij begint te lachen “zo zo dit is voor het eerst in mijn carrière van vijventwintig jaar dat een meid als jij het zo goed op orde heeft”. Trots glimlach ik naar hem. Geïnteresseerd bladert hij door mijn kasboek. Nu is mijn kans om hem wat vragen te stellen. “Raymond? Wie ben jij eigenlijk?”. “Ik ben keten-regisseur en vroeger was ik mensenhandel rechercheur in Amsterdam, en zat ik bij het prostitutie controle team”. Mijn hart maakt een sprongetje. Mijn oud klasgenootje van de politieacademie Robbert zit ook bij het prostitutieteam. Aarzelend vraag ik hem of hij Robbert kent. “Tuurlijk ken ik hem. Ik heb hem zelf opgeleid. Waar ken jij Robbert van dan?” Hij kijkt mij nieuwgierig aan. “Ik heb bij hem in de klas gezeten op de politieacademie” fluister ik beschaamd. Raymond begint te glimlachen. “Wat leuk! Robbert heeft ooit wel eens verteld over een oud klasgenootje, dat ze er een stout bijbaantje op nahield”. Nu begint iedereen te lachen inclusief ik. Raymond besluit dat het onderonsje nu wel genoeg is geweest en vraagt mij weer plaats te nemen in de woonkamer op de bank. Lara zit al op de bank en kijkt vrolijk. Gelukkig ze waren blijkbaar ook aardig tegen haar. Ik vraag mij af wat er nu gaat gebeuren. Zullen wij mee moeten naar het politiebureau? Raymond laat even op zich wachten, maar ook hij betreed enkele minuten later de woonkamer. “Zo dames, zo te zien hebben jullie het redelijk op orde: woning is netjes, jullie hebben kamer van koophandel papieren en zelfs een kasboek. Ik vraag mij alleen af wat die hakbijl in de meterkast moet?” Hakbijl? Ik begin te lachen. ”Geen grap Jesslin, er staat een hakbijl in de meterkast. Weet je dat niet?” Raymond kijkt mij vragend aan. Ik schud vlug mijn hoofd. Raymond begint bezorgt te kijken. “dames misschien is het tijd dat jullie je spulletjes bij elkaar rapen en vertrekken, voordat de heer des huizes thuiskomt”. Ik wil antwoorden, maar Lara is mij voor. “Hij is aardig, hij zal ons niks doen.” Raymond kijkt mij vragend aan. Ik knik instemmend. Toch dwalen mijn gedachtes af. Wat doet die hakbijl in de meterkast? Lara en Raymond praten gezellig verder. Ik krijg vaag mee dat ze het hebben over hoe krom de regelgeving is: hoe ons beroep gediscrimineerd wordt. Lara benoemd de strenge coronaregels, en die gekke 17 uur regel. Raymond lacht “net of corona klok kijkt”. Het is voor mij een opluchting dat ze zo aardig zijn. Ze zien Lara en mij echt als mensen, en niet als vieze hoertjes. Raymond besluit dat het tijd is om af te ronden. “zo dames wij gaan er zo vandoor. Dus wat gaan jullie doen? Gaan jullie spulletjes pakken? Moeten wij even wachten, of helpen inpakken?” Ik kan mijn oren bijna niet geloven. Hij vraagt of ze moeten helpen. “Nee we redden ons” antwoord Lara. “Zeker? Niet bang voor de hakbijl?” vraagt Raymond bezorgd. Lara schudt. Raymond kijkt nu ook mij vragend aan. Ik besluit met Lara mee te schudden. “Oke dames dan gaan wij. Neem de tijd met inpakken. Kom ik jullie hier volgende week nu opnieuw tegen, dan gaan wij vermoedelijk een ander soort gesprekje voeren”. Opnieuw geloof ik mij oren niet. Mogen wij gewoon rustig onze spullen inpakken? Ze nemen ons niet mee naar het bureau? Ik kijk hem dankbaar aan, en bedank hem. “Tuurlijk Jesslin, waarom zouden wij klootzakken zijn, terwijl jullie zo vriendelijk tegen ons zijn?” Opnieuw bedank ik hem. Maren grijpt nu in “Nee Jesslin! Jij bedankt, Je had ons niet binnen hoeven laten.” Ik kijk haar verschrikt aan. Ik draai mijn hoofd richting Lara. Lara vangt mijn verschrikte blik en begint te schateren van het lachen. “ja dommie, je had ze niet binnen hoeven laten”. Iedereen begint nu te lachen en al lachend verdwijnen ze richting de voordeur. Ik hoor dat ze de voordeur achter hun dicht doen. Lara springt direct op en loopt naar de koelkast. “Nou Jesslin effe wijntje doen tegen de schrik?” Ik begin te lachen en vraag voorzichtig “ben je niet boos op mij”. “Tuurlijk niet Jesslin. We drinken gezellig nog een wijntje, pakken onze spulletjes en vanaf morgen werken we gewoon weer in de salon. Het is alleen pech voor Jimmy, want het is zijn woning. De mogelijke consequenties zijn voor hem”. Ze heeft gelijk: wijntje drinken en spulletjes pakken.

Eenmaal thuis kan ik niet slapen. Ik wil meer van die vriendelijke, autoritaire Raymond weten. Ik google hem. Direct vind ik een foto die op hem lijkt. Raymond Venema heet hij. Hij heeft een indrukwekkende LinkedIn. Hij is jaren mensenhandel rechercheur geweest op de wallen. En hij heeft het mensenhandel kompas gemaakt. Dat is een tool die hij ontwikkeld heeft om hulpverleners handvasten te geven bij een mogelijke situatie van mensenhandel. Ik herinner mij opeens dat een vage kennis van mij een podcast mag maken voor de BBC. Het onderwerp is: de waarheid achter de wallen. Ik besluit haar te berichten met een print screen van Raymond zijn LinkedIn, en de opmerking: hem moet je benaderen. Hij is een echte held! Mijn wereld heeft meer Raymonds nodig.

Onderstaand de link naar de podcast waar Raymond vertelt over ‘de waarheid achter de wallen’. ‘The bleak reality behind the red light district’.

On Spotify: https://lnkd.in/dMwGZBRQ

BBC: https://lnkd.in/dHTPD4UR